Variatie in bodem verklaarbaar met oude kaarten

Oude kaarten van landbouwgebieden tonen vaak de oorzaak van verschillen in de bodem. Volgens Randy Wilbrink van Van Iperen helpt het om zo terug te kijken naar periodes voor de laatste ruilverkaveling of veranderde gebiedsinrichting. Telers kunnen zo gericht meten op percelen en dan plaatsspecifiek handelen.

 

Als voorbeeld noemt Wilbrink de internetpagina Topotijdreis. Het is mogelijk met deze site 200 jaar terug te kijken naar vrij gedetailleerde kaarten van Nederland. „Dan zie je het lange geheugen van grond”, zegt hij. Precisielandbouw begint volgens Wilbrink bij bodemkennis.

Bij Van Iperen werkt een team van vier mensen aan precisielandbouw. „Zij moeten wetenschappelijke kennis en data ontsluiten voor boeren”, aldus Wilbrink. Belangrijk is bijvoorbeeld de organische stofbalans, zegt hij. Wilbrink noemt de overdaad aan data voor telers ingewikkeld. Met TT+, een concept voor precisielandbouw van Van Iperen, helpt het bedrijf inzicht te geven aan variatie in de bodem. Daarop kan de boer acteren door variabel toepassen van mest, bodemverbeteraars en gewasbescherming. Tijdens de teelt monitoren zij de groei en bepalen de behoefte aan overbemesting. Met een opbrengstbepaling heeft de teler aan de ene kant een evaluatie van de strategie uit het afgesloten teeltjaar en anderzijds een basis voor de strategie in het volgende seizoen, zegt Wilbrink.

 

Potentiële opbrengst

Op basis van de beschikbare data maakt TT+ een bodempotentiekaart. Daarmee kan de teler bijvoorbeeld een variatie van de dosis bodemherbicide voor een perceel maken. Op schrale stukken doseert de teler 80 procent van de dosis en op organisch rijkere stukken 120 procent, geeft Wilbrink als voorbeeld. Soms bespaart de teler zo op middel, misschien enkele tientjes, maar de belangrijkste winst is volgens het team van Van Iperen de kwaliteitswinst.

In 019 richtte het team zich met name op de gewassen tulp, aardappel en ui. Bij het poten van aardappelen kan de bodempotentiekaart gebruikt worden als basis voor de plantdichtheid. De teler varieert dan de pootafstand. De (berekende) ideale hoeveelheid stengels per hectare is een maat voor het berekenen van de pootafstand. Is de grond rijker, dan kan de pootafstand nauwer. Resultaat kan zijn dat de aardappelen voor een groter deel in de best betaalde maatsortering vallen.

Wilbrink zegt dat de prijs van meedoen aan TT+ 30 euro per hectare is. De investering komt vaak neer op 1.000 euro per bedrijf. Hij schat dat de terugverdientijd meestal wel 4 tot 5 jaar zal zijn.

 

Bron: Akkerwijzer 

Afbeelding: Oude kaart uit de archieven van het Kadaster