Precisielandbouw onder de loep

“Precisielandbouw heeft de toekomst. Het is de basis voor een succesvolle en duurzame teelt.”

Dat was de conclusie van een rondetafelgesprek met drie grote akkerbouwers in het najaar van 2016, gepubliceerd in de ViP van februari 2017. Allemaal hadden ze inmiddels de nodige ervaring opgedaan met precisielandbouw. Maar het bleef nog bij experimenteren en vooral bij handelen op gevoel.

Ook concludeerden de deelnemers dat ‘we er nog lang niet zijn’. Bij Van Iperen zitten ze daarom niet stil. Volgens Henk de Vlieger en Randy Wilbrink van de groeispecialist uit Westmaas zetten ze momenteel flinke stappen. “Wij willen ook in de precisielandbouw voorop blijven lopen. Samen met proefboerderij Rusthoeve, het Uien Innovatie en Kenniscentrum (UIKC) en PPO hebben we daarom een unieke proef opgezet.”

Grote omvang

Met Henk, Randy en Eelco bespreken we in het Zeeuwse Colijnsplaat de laatste ontwikkelingen. “Het is een hele uitgebreide proef met aardappelen, uien en graan op wel zeventig veldjes. Vanwege de omvang zijn er meerdere organisaties bij betrokken. In Oude-Tonge gaat het om graan (proefboerderij Rusthoeve), in Middelharnis om uien (UIKC) en in Westmaas om aardappelen (PPO).

Randy: “Tot nu toe deden we heel veel op gevoel en vanuit ervaring. We weten dat het zo zou moeten zijn, maar we hebben geen aantoonbaar bewijs. Met deze potentieproeven zijn de resultaten en de conclusies niet meer te weerleggen.”

Precisielandbouw meten

Meten is weten

Volgens Eelco zijn de huidige proeven enorm waardevol en vooral ook uniek. “Dit gaat ons echt heel veel inzicht geven. Tot voor kort waren de proeven gericht op productvergelijkingen, hiermee gaan we terug naar de teelt. Daarnaast zie je dat het bij andere proeven vaak maar om één facet gaat. Bij deze proeven echter, die plaatsvinden op een egaal perceel, combineren we alles. Zo kijken we naar de bodem, de bemesting en de zaai- of plantafstand. En dat gaat straks gigantisch veel informatie opleveren, waar de akkerbouw echt stappen mee kan maken. Ik ben dan ook heel benieuwd naar de resultaten.”

Stikstoftrappen

Henk: “Bij de proef in de zaaiuien gaat het bijvoorbeeld om de plantafstand en de hoeveelheid zuivere stikstof die we over het seizoen genomen opbrengen. Daarbij pasten we vijf verschillende zaaihoeveelheden toe in vijf verschillende stikstoftrappen: van extreem lage (90 kilo) tot extreem hoge hoeveelheid stikstof (210 kilo). En dat is ook nog eens vier keer herhaald. Daarmee brengen we de relatie in kaart tussen enerzijds de hoeveelheid zaad en voeding en anderzijds de opbrengst en de kwaliteit.”

Middelste bed

Eelco: “Voor elke proef gebruiken we drie naast elkaar gelegen bedden. Alleen het middelste bed gaat mee in de proef om effecten vanuit andere velden uit te sluiten. Daarmee hebben we een zo zuiver mogelijke uitkomst.” De eerste kaarten die inmiddels van het gewas zijn gemaakt, laten duidelijk de verschillen in biomassa zien. In de volgende ViP bespreken we de resultaten.

Regelgeving

Precisielandbouw is een belangrijk instrument om in de toekomst duurzaam veel kilo’s van hoge kwaliteit te (blijven) telen. Het is volgens de specialisten van Van Iperen dan ook beslist geen hobby, maar noodzakelijk voor het voortbestaan van de sector in Nederland. Randy: “De huidige regelgeving biedt een akkerbouwer weinig ruimte meer. Je bent beperkt in het gebruik van je meststoffen. Door gemiddeld te strooien breng je op de hoog renderende plekken te weinig op, terwijl de laag renderende plekken eigenlijk te veel krijgen. Met precisielandbouw zet je technieken in om de deelgebieden binnen je percelen te lokaliseren en plaatsspecifiek te behandelen. Dat betekent dat je met een zo gericht mogelijke aanpak van plantafstand, toediening van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen een maximale, homogene kwaliteit en opbrengst bereikt.”

Rendement per locatie

Henk: “Neem bijvoorbeeld die laag renderende plek. Daar breng je dus al gauw teveel mineralen op. Als het dan ook nog eens droog is, wordt het grootste deel niet eens opgenomen. Met andere woorden: als je een laag renderende plek hebt en je weet bij voorbaat dat je er geen water naartoe kan brengen, dan moet je er dus ook geen mineralen op brengen. Dat is zonde van het geld en de ruimte die je hebt. Die mineralen kun je dus beter op een andere plek op je perceel inzetten. Als je dan ook nog eens je dure pootgoed beter benut door minder te planten op die laag renderende plek en meer op het deel met hoge potentie, dan gaat je dat echt meer opleveren!”

Randy: “We zijn ervan overtuigd dat we met precisielandbouw over een periode van vijf jaar een opbrengstverhoging van tien ton per hectare kunnen realiseren voor hoogrenderende gewassen. Daarbij gaat het erom dat je de hoog potentiële delen van je perceel beter laat presteren, bijvoorbeeld door de plantafstand te verkleinen. Op plekken met een lage potentie kun je juist ruimer zetten, omdat de bodem daar minder te bieden heeft. Zo stem je de input aan meststoffen en uitgangsmateriaal af op die potentie. Dit levert economische voordelen op én het draagt bij aan de verduurzaming van de sector.”

“Samenvattend: voor de korte termijn gaat het bij precisielandbouw vooral om een hogere opbrengst en een betere kwaliteit. Op de lange termijn kijken we ook naar het behoud en de verbetering van het niveau organische stof in de bodem. Alleen dan zijn we duurzaam bezig.”

Meer informatie over Precisielandbouw:

Bekijk hier de film!